Het Letterenhuis houdt nauwgezet de waakvlam van de Vlaamse literatuur van de 19de en de 20ste eeuw levend. De romans van Hendrik Conscience staan er aan het begin van een museumverhaal dat eindigt bij het werk van hedendaagse auteurs. Het Vlaamse literaire erfgoed van de 19de en de 20ste eeuw – handschriften, brieven, foto’s – wordt bewaard in de archiefdepots van het Letterenhuis.
‘Het geheugen van de Vlaamse literatuur’, zo mag het Letterenhuis zich wel noemen. Het groeide immers sinds 1933 uit tot het grootste letterkundige archief van Vlaanderen. Het verzamelt, bewaart en toont brieven, handschriften, documenten en portretten van Vlaamse auteurs. Ook voor de archieven van literaire tijdschriften en uitgeverijen heeft het Letterenhuis een neus. Letterenhuis staat dan ook voor Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven.
Een bezoek aan het Letterenhuis is daardoor als een reis door de Vlaamse literatuur van de 19de en 20ste eeuw. Kijken wordt lezen en lezen wordt kijken. Neem het aandoenlijke gedicht 'Marc groet ’s morgens de dingen' of bekijk hoe Paul van Ostaijen de verzen luchtig neerschreef. Zie hoe Louis Paul Boon 'De Kapellekensbaan' op papier zette, Willem Elsschot met tastende hand 'Kaas' schreef en Tom Lanoye 'Ten oorlog' te voorschijn toverde.
De collectie van het Letterenhuis is indrukwekkend. U krijgt op uw literaire reis meer dan alleen handschriften en brieven te zien. Dankzij foto’s, affiches, schilderijen en sculpturen staat u oog in oog met bekende en minder bekende auteurs. Beeld- en geluidsfragmenten maken van de Vlaamse schrijvers haast reisgenoten.
Ook de literatuur van vandaag krijgt de volle aandacht, want de periode na 1950 is het zwaartepunt van de verzameling. Daar brengen we een verhaal over vormexperiment en inhoudelijk engagement aan de hand van het werk van onder meer Ivo Michiels, Hugo Claus, Paul Snoek, Walter van den Broeck, Leonard Nolens, Kristien Hemmerechts, Lieve Joris, Paul Mennes, Tom Lanoye en Peter Verhelst.