Sinds mijn jeugd heb ik mij altijd sterk aangetrokken gevoeld tot de wouden. De sensaties die ik voelde waren er van angst en geheimnis, twee zaken die ik weiger uit te diepen uit angst die mogelijkheid te verliezen die me toelaat mijn tekeningen te bewerken om een zelfvoldoening te bewaren in de kwaliteit van het werk dat naar ik hoop goed gemaakt is.
De verwijzing naar de natuur is er gekomen na mijn studies. In mijn schoolse werken was ik te zeer ingenomen door het leerproces om de vrije teugel te laten aan mijn gevoelens en aan de beelden die mijn geest bevolkten. Deze bevonden zich in schetsboekjes die me later heel goed van pas zouden komen.
De emoties uit onze kindertijd worden nooit uitgewist. Na mijn studies zijn ze ongeremd op mij afgekomen.
Ik heb eerst geprobeerd ze te bedwingen door mij te concentreren op ontworpen tuinen (meestal Italiaanse) die me een zekere discipline bijbrachten in de uitvoering van mijn werken. Deze periode zou mij door haar werkmethode een weg uitstippelen. Om de
aandacht die het vroeg om te beginnen, maar ook door het ongewone feit dat ik niet copieerde, maar slechts na een langzaam onderzoek (door teksten en foto’s) konden mijn handen zich vrijelijk uitleven op het papier en het grafisch parcours werd alsmaar losser.
Jaren gingen voorbij. De terugkeer naar de wouden heeft zich opnieuw in mijn grafische
opzoekingen opgedrongen met als enige methode improvisatie en de vrijheid gebaseerd op wandelingen en foto’s die ik voortdurend nam. Ik heb dan de inkten bewerkt die geen enkele speling toelieten en die een strenge visie weergaven van mysterieuze wouden en gemartelde
wortels.
Datum
28 november 2013 tot 26 januari 2014
Plaats
Bibliotheca Wittockiana , Rue du Bemel 23 1150 Bruxelles